Betula pendula ‘Dalecarlica’ is een sierlijke, ranke boom met een smal opgaande kroon, gevormd door een doorgaande harttak en schuin opstaande gesteltakken. De lange, slanke twijgen hangen sterk door, wat zorgt voor een elegant silhouet. De stam is wit en bladdert licht af. Oudere stammen worden aan de voet ruw, met diepe groeven en een donkere tot bijna zwartgroene kleur. Twijgen zijn roodbruin en bezet met wrattige lenticellen. Het blad is dieper ingesneden dan bij ‘Crispa’ en heeft een onregelmatig getande bladrand. De knoppen op jonge twijgen zijn spitser en groener. In de herfst kleurt het blad geel tot geelbruin. De boom wortelt oppervlakkig en is gevoelig voor bodemverdichting, ophogingen en wisselende waterstanden. Zeewind wordt slecht verdragen. Omdat het een potgekweekte boom is, kan ‘Dalecarlica’ het hele jaar door geplant worden, zolang de grond niet bevroren is.